De man achter de kaarten

‘Geen angst! Mijn gezondheid stelt het uitstekend. Als ik al jicht heb, is het enkel aan mijn voeten en ik vlei mezelf met de idee er volledig van verlost te zijn.’
Henriette ademde opgelucht. Dat moet wel nu ze die geruststellende woorden in de brief van haar echtgenoot las. Ze was een aristocrate uit de Oostenrijkse Nederlanden, haar familie bezat het Kasteel d’Ursel in Hingene en had het ingericht als een elegant zomerpaleis. Joseph Jean François de Ferraris (1726-1814), een hooggeplaatst militair binnen de Habsburgse Monarchie, kwam er regelmatig over de vloer. Het was liefde op het eerste zicht of toch bijna, Ferraris adoreerde Henriette d’Ursel (1743-1810).

De klank van de naam Ferraris verraadt een Italiaanse origine. De weg die zijn voorouders hadden afgelegd was dan ook lang en omslachtig. Maar voorouders met naam hielpen je in het leven vooruit, en na vele migraties werd Ferraris geboren aan het hertogelijk hof in Lotharingen waarna hij het grootste deel van zijn jeugd aan het Weense hof doorbracht. Een militaire carrière was de logische volgende stap. Ferraris trad in dienst van Keizerin Maria Theresia. Voor haar heeft hij nadien vele oorlogen gestreden tot hij uiteindelijk aanbelandde in de Oostenrijkse Nederlanden. Hier leek de toekomst zich moeiteloos voor hem uit te rollen, zijn huwelijk met Henriette was een beslissende stap in die richting. Niet dat de trouwerij hem veel bekendheid gaf, Ferraris verwierf zijn grootste faam als de aristocraat-ondernemer die ervoor zorgde dat de Oostenrijkse Nederlanden in kaart werden gebracht. Tussen 1770 en 1775 vertrok een honderdtal artilleristen vanuit de kazerne in Mechelen, of vanuit het oefenkamp in Bonheiden, om de Nederlanden te doorkruisen en elk

element van het landschap op een voorheen ongeziene schaal op te meten.

Het resultaat van de landopname overtreft elke verbeelding. Wie de 275 minutieus getekende kaartbladen onder ogen krijgt, is telkens weer verbaasd over wat er allemaal staat opgetekend. De bebouwing in pre-industrieel België, de steden en dorpen met huizenblokken, parken en tuinen zijn door het moderne wegennet met elkaar verbonden, en de 18de-eeuwse landmeters hebben hun best gedaan om ook molens, schandpalen, schutterswippen en zoveel meer niet uit het oog te verliezen. Elk landgoed, elk kasteel, soms zelfs een kleinere, oude hoeve met aanpalende percelen, kan mits enig zoeken worden teruggevonden. De kaart is een referentie zonder weerga. Ze is de plattegrond van ons verleden.

De omliggende natuur is tegenwoordig van nog groter belang. Polders, duinen, venen en bossen getuigen over het landschap en het landgebruik in het ancien régime, dus vóórdat de industriële revolutie er impact op had, wat de Ferrariskaart tot maatstaf maakt voor elke plek waarvan het landgebruik ongewijzigd bleef sedert de achttiende eeuw. Een bos bleef een bos, en ook al werden er natuurlijk wel bomen gekapt, het feit dat een plek onafgebroken bebost bleef sinds de kaart werd opgesteld, maakt het nu tot een ‘Ferrarisbos’. Ferrarisbossen kennen dus een lange, geschiedenis die vermoedelijk zelfs veel langer teruggaat dan we ook maar kunnen vermoeden.

De Heikantberg in Rotselaar is hiervan een mooi voorbeeld. Het kostte eeuwen om samen met de naburige Middelberg uit te groeien tot een stabiel ecosysteem. Dat is niet enkel voor de natuurbeleving van belang, de Heikantberg dankt zijn landschappelijke waarde ook aan zijn natuurlijke rijkdom. In de bosbodem schuilt een enorme zadenbank met een kiemkracht die de vele typische boomsoorten van het oude bos in stand kan houden.

Maar er is meer. Sinds de 13de eeuw leverde het Heikantbos vermoedelijk hout voor de wijnstaken van de naburige wijngaarden en gebeurde ook de élevage van de wijn in tonnen van Heikants hout. Later rankten de druiven in de heide en op de zuidhelling van de Rodeberg, die op de Ferrariskaart als Ratsbergh staat aangeduid, nu de Heikantberg. De Rotselaarse wijn kon toen nog rustig ademen in vaten van Heikants hout. Maar de heerlijke wijngaard verdween met de jaren. Op een plan uit 1605 is alleen nog de beboste heuvelrug te zien en de heide aan de voet ervan.1 Toch bleven de contouren van de hertogelijke bossen nagenoeg ongewijzigd tot aan het einde van het ancien régime, toen de artilleristen van de Oostenrijkse Nederlanden ze in kaart brachten.2

Ferraris hield van wijn - meer dan goed voor hem was, dat blijkt wel uit zijn jicht - maar hij was ook een stukje ecoloog avant la lettre, steeds bezorgd om het landschap dat leed onder de oorlog. Hij zou ongetwijfeld verrukt zijn over de Heikantberg. Want zelfs al laat het Heikanthout nu geen Rotselaarse wijn meer ademen, het bos biedt nog steeds zijn long aan de omwonenden, aan wandelaars en natuurliefhebbers.

Ferraris koos voor een gebalanceerd leven, hij combineerde zijn publieke functies, zijn dienstbaarheid aan het Habsburgse hof, met een intiem, persoonlijk leven. Toch kwam de evenwichtskunstenaar voor grote uitdagingen te staan in de revolutionaire tijd die volgde.

_______________________

1 Plan du bois de Middelberg et Raasberg à Rotselaar, par Jacques de Bersacques. 1605. ARA I. Plans Série J .. Nr. 1 - 500.

2 Minnen, B. Nieuwe gegevens over de heerlijke wijngaard en de Heikant- en Middelberg te Rotselaar, 15de-16de eeuw, HOGT (Haachts Oudheid- en Geschiedkundig Tijdschrift)16 (2001), 184-198.

Je kan er meer over lezen in zijn biografie:
Karen De Coene, ‘Carte blanche. De diplomatie van Ferraris in een Europa in omwenteling’ (Lannoo, 2024).

https://www.lannoo.be/nl/carte-blanche https://www.auteurslezingen.be/karen-de-coene .